Bieslook
Bieslook is verwant aan de narcisfamilie, waartoe je ook bolgewassen als (bos)ui, sjalot, daslook, prei en kraailook kunt rekenen. Kraailook, een wilde soort bieslook, groeit in het voorjaar langs vochtige bermen die grenzen aan de slootkant.
Zodra bieslook met paarse of witte bloemen in bloei gaat, doen vooral bijen zich te goed aan de overvloedige nectar. Bieslook bevat veel zwavel, een stof waar verschillende insecten – de bij uitgezonderd – niets van moeten hebben; de plant wordt daarom vaak ingezet bij de natuurlijke bestrijding van plagen.
Meerjarig kruid
Bieslook wordt meestal opgekweekt uit zaad. Het vormt in het voorjaar bovengrondse pollen. In de koude maanden gaat de plant ondergronds. Deze robuuste plant laat zich makkelijk splitsen, waardoor je van de oorspronkelijke plant steeds nieuwe pollen kunt maken.
Oogsten en bewaren
Bieslook oogst je – vanaf het vroege voorjaar tot het begin van de herfst – door het dicht bij de grond af te snijden. In een mum van tijd verschijnen er nieuwe zachtgroene scheuten. Door de uitbundige groei, kun je de bladeren, steeltjes en de bloemen die daaruit groeien, meerdere keren per seizoen oogsten.
De bladeren die eruit zien als gras, knip je met een schaar in kleine stukjes. Zo ook de jonge holle stelen. De bloemen doen het mooi in een salade.
Bieslook bewaar je een paar dagen in een glas water of je rolt deze in een vochtige doek of keukenpapier. In de koelkast blijft het dan een paar dagen goed.
Eventueel kun je bieslook fijngesneden invriezen. Spreid dit dan uit over een bord, zet het een aantal uur in de vriezer, haal het eruit en doe het zo snel mogelijk over in een bakje of zakje dat je weer in de vriezer plaatst.
Voedingswaarde
Bieslook is een gezond kruid. Het bevat voedingsvezels en eiwitten.
Het zit vol mineralen als natrium, kalium, calcium, ijzer en magnesium. En dan zijn er nog de vitamines A, C, D en verschillende B vitamines die het waardevol maken.
Gebruik
Bieslook voeg je op het laatst toe aan een gerecht. Je kookt het dus niet mee.
Het is heerlijk in eiergerechten, in hartige pannenkoeken, in combinatie met groentes en aardappels, over vis, in salades, door yoghurt en kwark, als kruid in boter, in ragout, etc.